|
||||||||
|
“Chemistry” is de tweede cd van het Trio of Liberty, Joris en Don vormden deze groep om een meer open stijl te ontwikkelen van improvisatie in de jazz zonder akkoord instrumenten als gitaar en/of piano, alleen met begeleiding van drums. Daartoe nodigen ze iedere keer andere slagwerkers uit, op het vorige album waren dat Matt Wilson en Gene Jackson, nu is het de beurt aan het nieuwe fenomeen Jeff “Tain” Wilson en oldtimer Louis Hayes. Joris Teepe ontmoette saxofonist Don Braden in het voorjaar van 1992, een paar maanden na zijn verhuizing van Amsterdam naar New York en er was onmiddellijk een muzikale verbinding of chemie zoals men het nu pleegt te noemen, chemistry dus. Joris Teepe (Den Haag, 1962), “The Flying Dutchman” zoals ze hem noemen in de V.S. is inmiddels een veelgevraagde muzikant, hij speelde o.a. met Randy Brecker en Chris Potter. Behalve bassist is hij ook arrangeur, componist, leraar en leider van de Joris Teepe Big Band, tevens is hij hoofd van de afdeling jazz van het Prins Claus Conservatorium in Groningen en geeft hij les aan het New Jersey Performing Art Center. Don Braden (Cincinnati, 1963) speelde met de Mingus Big Band, Tom Harrell, Lonnie Smith, Betty Carter en talloze anderen, hij heeft meer dan 20 albums op zijn naam staan. Het repertoire bestaat uit twee composities van Don Braden ( “Steps” en “Morning”), een van Joris Teepe (“The Optimist”) en dan zijn er “Steepian Faith” van Kenny Kirkland, “One Finger” van Herbie Hancock, “Song for my father” van Horace Silver, “Dizzy’s Business” van Ernie Wilkins en “Unit” van Sam Jones. Joris Teepe is uiteraard te horen op de contrabas en Don Braden behalve op tenorsaxofoon ook op fluit. Joris en Don kennen elkaar zo’n jaar of 30 en zijn samen te horen op 20 albums en dat is perfect te horen op dit album, ze voelen elkaar haarzuiver aan als een soort fysieke eenheid. Het spel van Teepe wordt vooral gekenmerkt door het warme geluid, te vergelijken met Ron Carter, Don koppelt zijn volle sound aan razende tempi à la Johnny Griffin. Jeff “Tain” Watts is vooral bekend om zijn werk met het quartet van Branford Marsalis, Louis Hayes drumde o.a. bij Cannonball Adderley, John Coltrane en Horace Silver, de man is zelf een klassieker. Opener “Steepian Faith” gaat gelijk loos in een flink tempo, Don en Jeff zijn aan elkaar gewaagd wat betreft volume en tempo waardoor de bas van Joris wat in de verdrukking lijkt te raken. Maar die is wel degelijk aanwezig met een fraai zoemend geluid dat het ritme in stand houdt, totdat er een korte en klare solo volgt. “One finger snap” is ook een uptempo nummer waarin de balans tussen drums en bas meer in evenwicht is, Braden is bijna onnavolgbaar in zijn aaneenrijging van noten, maar dat gaat niet ten koste van zijn fraaie toonvorming. Ook in “Steps” is het van acquit vol gas met Watts en Braden in de hoofdrol. In het fantastische nummer “Song for my father” van de gelijknamige elpee van Horace Silver is het een heel ander verhaal, niet alleen door het rustiger tempo van het nummer maar vooral door het relaxte drumspel van Louis Hayes die weliswaar niet op de originele opname meedeed maar jarenlang bij Horace Silver speelde, mij bevalt het spel van de oude meester beter dan het “wilde” spel van Watts dat beter tot zijn recht komt in andere bezettingen. In het nummer “Morning” zijn alleen Joris en Don te horen en niets ten nadele van de slagwerkers, dit is voor mij het mooiste nummer van deze prachtige cd, in dit medium tempo nummer vloeien de klanken van de bas en sax als stroop in elkaar over, prachtig om stil van te worden. In het fraai opgebouwde “The Optimist” van Teepe, bewijst Watts dat hij wel degelijk in een meer begeleidende rol kan spelen waarin hij wel exact de ritmische changes aangeeft, geweldig nummer. Het relatief korte “Dizzy’s business” is weer plankgas, maar door het subtiele spel van Hayes is er toch de nodige spanning in de breaks, Joris is hier trouwens afwezig. Het relaxte en stemmige “Unit 7” vormt een mooie afsluiter van dit meer dan geslaagde album, met Don op fluit, het uitgekiende drumspel van Louis en de rond zoemende bas van Joris is dit de kroon op hun werk. Jan van Leersum.
|